Woensdag 26 april

1 mei 2017 - Shikokuchuo, Japan

Mijn tent is droog en buiten regent het. Het gaat niet hard maar je wordt er wel nat van. Het regenpak moet aan. Na zes kilometer ariveer ik bij tempel 45. Ik dacht dat ik er al was. De verassing komt pas als ik de eerste poort door ga. Wat een feest ik mag klimmen naar 585 meter. Trappen lopen, klimmen en dat met dit weer. Als ik boven ben zie ik een tempel met weinig smaak. Het is een beetje een trieste bedoening. Het zal ook wel door het weer komen. De zelfde weg moet ik weer terug lopen. De bus wilde ik nemen, maar dan moet ik bijna twee uur wachten. Dan heb ik er al zo'n tien kilometer opzitten van de zestien kilometer. Dan toch maar lopen door de regen. Het regent zachtjes maar gestaag door. Nadat ik door de Tonomidotunnel ben gelopen ga ik in een rusthut even de brandstoftank vullen. Daarna loop ik door naar Kuma. Het gaat steeds harder regenen en ik moet nog ruim drie kilometer. Ik slinger de rugzak op mijn bult en wil gaan lopen. Daar gaat een claxon, een man wuift me, doet zijn raam open en vraagt waar ik naar toe ga. Dat leg ik uit, stap maar in dan breng ik je er wel heen. We worden hartelijk ontvangen. Mijn drijfnatte kleren worden op een hanger gedaan. Zelfs de stok wordt droog gemaakt met een doek. Even later komt er een Japanner drijfnat binnen, en daarna een Franse dame. Deze spreekt vloeiend Japans. Een lekkere warme douche en om half zes staat het diner op tafel. Na het eten krijgen we een sjaal met Japanse tekens erop, omdat deze minshuku tien jaar bestaat. Althans dat heb ik begrepen uit het verhaal.