Maandag 10 april

14 april 2017 - Shikokuchuo, Japan

Gistermiddag had ik weer een blaar op een teen van mijn rechtervoet. Prikken en tapen. Ik kijk hier een beetje rond in de kamer. Alles gaat over de route. Er zijn zelfs drie altaars voor ingericht. Mijn stok staat met ere naast hun stok. Na het ontbijt nog even mijn bed in de kast leggen, dacht ik. Ze pakt een zakje waarin wat kleingeld zit. Ze pakt er wat uit, en uiteindelijk krijg ik de hele inhoud mee. Voor de automaat onderweg zegt ze. Ik gooi mijn rugzak op mijn bult en ga, de dame loopt een klein stukje mee. O al die regen zegt ze,bah. Twee straten verder vraag ik aan iemand naar een schoenmaker. Ik laat het briefje zien met het telefoonnummer. Er wordt gebeld, en ik word bij de schoenmaker gebracht. Om half negen zit ik in de werkplaats met een beker thee. Deze man is achtentachtig met nog pretlichtjes in de ogen. Half elf kan ik de stappers weer aan mijn poezelige voetjes doen, en ik verlaat Susaki. De route die wordt aangegeven volg ik. Het wordt klimmen en mezelf via een touw omhoog de berg problemen te bestijgen. Het is erg glad door al die regen. Toch maar proberen. Eenmaal boven wijst het bordje naar links. Dan kom ik op het zelfde punt uit dan waar ik ben gestart. Even heb ik maar staan terug bidden. Maar dat geeft niet. Dan ga ik toch maar door de tunnel van 966 meter. Voor de tunnel is een supermarkt. Hier even wat warms halen. Walter en Anneke zijn hier ook, dat is toevallig zeggen ze. Gezamenlijk lopen we naar Tosa Kure. Net buiten het stadje staat een rusthut. Weliswaar half open. Luchtbedje op de grond en slapen maar. Het heeft de hele dag flink geregend. Daar worden we niet vrolijk van. Maar ja he.