Zondag 2 april

Ik heb lekker geslapen in mijn tent. De buitenkant is wel wat nat maar een paar keer schudden en al het vocht is er af
Mijn schoenen staan al op me te wachten. Wanneer gaan we nou eindelijk. Rond zeven uur vertrek ik. Hebben mijn schoenen eindelijk hun zin. Ze gaan nogal flink van start, maar dat hou ik tegen. Kalm aan jongens we hebben nog een hele dag. Het is prachtig weer, dus de jas laat ik uit
Bij de eerst volgende toiletplaats ga ik me wat opfrissen. Dat is wel zo lekker. Onderweg word ik getrakteerd op een sinaasappel net van de boom geplukt. Het ruisen van het zeewater is een lekker gehoor. De golven slaan nog steeds bulderend geweld tegen de rotsen .
Dit is een spectaculair gezicht. Als ik ga koffie drinken in Okazaki, krijg ik twee bananen. Ik loop door naar Nahari en doe wat boodschappen. Als ik uit de winkel kom ziet de lucht behoorlijk zwart. Even doorlopen misschien valt het wel mee. Twee kilometer verder begint het te onweren en te regenen. Gelukkig, een schuilplek gevonden gelukkig. De regen gaat over in hagelstenen zo groot als knikkers. Na een half uur is het weer prachtig weer. In de beentjes maar weer. Door naar Tano Town en dan Yasuda rivier oversteken. Alleen ik loop de verkeerde kant op. Er zijn altijd wel behulpzame Japanners die je het goeie pad op sturen. Bij Tonohama zet ik mijn tent naast een gebouw uit de wind. Nu nog drieeneenhalve kilometer naar de tempel. Dan moet ik wel 440 meter klimmen. Dat is een ware conditietest. Twee minuten voor vijf ben ik bij het stempelkantoor. Deze gaat om vijf uur dicht. Ik heb een uur en vijf minuten gedaan om boven op de berg te komen. Tempel 27 bereikt en nu ook weer terug heel voorzichtig.